Huiseigenaren die in 2019 hun hypotheek hebben overgesloten, betalen nu waarschijnlijk minder hypotheekrente. Zij kunnen dan ook minder hypotheekrente aftrekken bij de aangifte inkomstenbelasting en dat werkt ook door in de voorlopige aanslag. De Belastingdienst raadt deze huiseigenaren daarom aan deze aan te passen.
Door de voorlopige aanslag voor 2020 aan te passen naar de actuele rente, voorkomen mensen dat ze bij de definitieve aanslag van de aangifte inkomstenbelasting moeten terugbetalen.
Meer informatie hierover staat op belastingdienst.nl/voorlopige-aanslag .
Wanneer er kosten gemaakt zijn bij het oversluiten van een hypotheek, waaronder bijvoorbeeld boeterente, dan mogen huiseigenaren deze kosten in het jaar van oversluiten ook aftrekken via de voorlopige aanslag. Dat betekent dat in het belastingjaar van oversluiten eenmalig meer mag worden afgetrokken. Als het bedrag van de voorlopige aanslag het jaar erna dan te hoog is, is het verstandig de voorlopige aanslag aan te passen.
Ook andere veranderingen in de persoonlijke en financiële situatie kunnen van invloed zijn op de voorlopige aanslag. Denk bijvoorbeeld aan het starten van een onderneming, gaan samenwonen of scheiden. Bij veranderingen loont het om de voorlopige aanslag aan te passen en te controleren of er aanpassingen nodig zijn bij toeslagen.
Naast veranderingen in de persoonlijke situatie, hebben ook wetswijzigingen uit het Belastingplan invloed op de hoogte van de voorlopige aanslag. De Belastingdienst heeft de meeste wetswijzigingen die van invloed zijn op het belastingbedrag alvast in de voorlopige aanslag verwerkt. Op de website van de Belastingdienst staat welke wetswijzigingen invloed hebben op de hoogte van de voorlopige aanslag.