Gemeente Heerlen organiseert conferentie over kinderarmoede

De timing was eigenlijk perfect, de cijfers en aanleiding beduidend minder.

Afgelopen woensdag organiseerde de gemeente Heerlen een conferentie over kinderarmoede. Uitgerekend dezelfde dag bracht het CBS de meest recente cijfers naar buiten over de armoede bij kinderen in Nederland, waaruit bleek dat het aantal kinderen dat opgroeit in een huishouden met een langdurig laag inkomen nog altijd toeneemt. Dat zijn er inmiddels 131.000, ofwel 4,5 procent van alle kinderen. Maar het zijn niet alleen kinderen waarvan de ouders een bijstandsuitkering ontvangen die in armoede leven, steeds vaker betreft het ook kinderen van ZZP’ers of van scheidende ouders met veel schulden.

Kinderarmoede in Heerlen

De situatie in de gemeente Heerlen is zeker niet beter, integendeel. In de enkele weken geleden gepubliceerde ranglijst van steden met het hoogste aandeel kinderen in bijstandsgezinnen staat Heerlen met 14% op de derde plaats, achter Rotterdam en Amsterdam. Dat betekent dat in Heerlen 2.000 kinderen ouders hebben die van een bijstandsuitkering moeten rondkomen, en inclusief de andere ‘armoedefactoren’ komt het er voor Heerlen op neer dat ongeveer 4.000 kinderen in armoede zouden leven.

Geen rooskleurig perspectief, en dus de hoogste tijd om te handelen. Niet dat dit nu nog niet gebeurt; door tal van particuliere of ideële instanties en instellingen zijn de afgelopen jaren al diverse initiatieven in gang gezet om dit toch schrijnende probleem aan te pakken. Desondanks leek het de gemeente een goed idee om al deze initiatieven nu bij elkaar te brengen, om een inventarisatie te maken van wat er momenteel al gebeurt, en te bezien of al die neuzen dezelfde kant op kunnen.

Kinderen hebben geen schuld aan armoede en mogen daar dan ook niet de dupe van worden

In de namiddag van de conferentie gingen deze instanties met elkaar aan de slag, nadat in de ochtend een drietal sprekers de mogelijke richtingen daartoe had aangegeven.
Wethouder Peter van Zutphen sprak het openingswoord, met als leidraad dat kinderen nooit schuld hebben aan de armoede en daar dan ook niet de dupe van mogen worden. Met speciale aandacht voor het onderwijs en de veiligheid van de kinderen wil de gemeente Heerlen de kinderen en jongeren hiermee zo goed mogelijk helpen. Ook is het ‘kindpakket’, een initiatief van de Kinderombudsman, in Heerlen inmiddels volledig geïntegreerd. Dat is een handreiking voor gemeenten om te komen tot een kindgericht armoedebeleid, met praktische tips en praktijkvoorbeelden waarmee beleid beter is af te stemmen op kinderen zodat het voor de kinderen bestemde geld ook daadwerkelijk bij hen terechtkomt.

Kinderombudsman Marc Dullaert: Armoede is iets om je voor te schamen

Kinderombudsman Marc Dullaert zelf nam daarna het woord. Hij gaf aan dat het moeilijk is om de groep kinderen goed in kaart te brengen, en dat we alle inspanningen moeten doen om die kinderen en hun ouders te bereiken. Want achter de cijfers van het CBS zitten gezichten, zei hij. En cijfers zijn geduldig, terwijl de situatie van de kinderen zo snel mogelijk moet worden aangepakt. Hij gaf aan dat niet alleen het financiële aspect een last is voor de kinderen, maar vooral ook het sociale. Armoede is iets om je voor te schamen. Is een taboe waar je niet over spreekt in de klas of in je vriendengroep. Die schaamte leidt vervolgens tot isolement, en een beperkt toekomstbeeld. De Kinderombudsman spoorde iedereen dan ook aan om deze kinderen goed in beeld te krijgen, met ze in gesprek te gaan, en alle bestaande diensten op elkaar af te stemmen om deze kinderen zo goed en snel mogelijk te helpen.

Arbeidsparticipatie in Zuid-Limburg beduidend lager dan in rest van Nederland

Tof Thissen, algemeen directeur van het UWV Werkbedrijf maakte zich vooral zorgen over het feit dat de arbeidsparticipatie in Zuid-Limburg beduidend lager is dan in de rest van Nederland. Waarbij vooral de grote groep NUG-ers zorgwekkend is. Deze Niet-Uitkeringsgerechtigden kunnen een sociaal probleem gaan vormen, omdat ze buiten beeld blijven van de gemeenten en andere instanties, waardoor de armoede die hierin aanwezig is niet gesignaleerd en aangepakt kan worden. Ook heeft de overheid in zijn ogen nagelaten te definiëren wat de burger van deze overheid mag verwachten. Want een participatiemaatschappij is niet iets van de laatste jaren, die bestond al decennia lang.
Het verduidelijken van die verwachting is een belangrijke taak voor de lokale politiek, want die verstaan de taal van de lokale gemeenschap als geen ander.