Vrijdagmiddag 15 januari 2021 bood minister-president Rutte aan de Koning het ontslag aan van alle ministers en staatssecretarissen.
Lees hieronder de verklaring van de minister-president over het aftreden van het
kabinet.
Verklaring
Goedenmiddag,
Een van mijn verre voorgangers als minister-president, Pieter Cort van der Linden, schreef ooit over de taak van de overheid: ‘[De staat] dringt de overmoedigen terug, beschermt de zwakken, verdeelt de risico’s, en stelt zich in het haastig gedrang aan allen tot gids.’
Dat is een hoge norm en het is duidelijk dat de overheid in het kinderopvangtoeslagdossier niet aan die norm heeft voldaan.
De rechtsstaat moet burgers beschermen tegen een almachtige overheid en dat is hier op een verschrikkelijke manier mis gegaan.
Het rapport van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag is snoeihard, maar fair.
Op alle niveaus, door het hele politiek-bestuurlijk-juridische systeem heen, zijn fouten gemaakt die ertoe hebben geleid dat duizenden ouders groot onrecht is aangedaan.
Maar de politieke verantwoordelijkheid ligt uiteindelijk bij het zittende kabinet en nergens anders.
De afgelopen weken en dagen hebben we binnen het kabinet een aantal keren uitvoerig over het rapport gesproken.
Met als belangrijkste doel het opstellen van een gedegen inhoudelijke reactie op het rapport.
Een reactie die erop gericht is dat zoiets nooit meer op deze manier kan gebeuren.
Die reactie hebben we vandaag met elkaar afgerond en zullen we conform afspraak vandaag aan de Tweede Kamer aanbieden.
Daar hebben de ouders recht op.
De kabinetsreactie gaat natuurlijk over financiële compensatie aan de getroffen ouders – dat is nu het eerste dat goed geregeld moet worden.
En daar gaan we hoe dan ook mee door.
Maar natuurlijk is voor de toekomst meer nodig.
Want het kan en mag niet nog een keer zo verschrikkelijk misgaan.
Daarom moet er een heel nieuw toeslagensysteem komen, te beginnen met de kinderopvangtoeslag.
Signalen dat het ergens niet goed gaat, moeten veel sneller naar boven komen en veel sneller tot actie leiden.
En ook moet de informatievoorziening fundamenteel op de schop.
Zo zullen bijvoorbeeld voortaan de stukken die ten grondslag liggen aan een kabinetsbesluit openbaar worden gemaakt en wordt na elke ministerraad een besluitenlijst met toelichting gepubliceerd.
Vandaag was ook de vraag naar de politieke verantwoordelijkheid aan de orde.
We zijn eensgezind: als het hele systeem heeft gefaald, kan alleen gezamenlijk verantwoordelijkheid worden gedragen.
En dat heeft tot de conclusie geleid dat ik zojuist de Koning het ontslag heb aangeboden van het hele kabinet. En ik zal aansluitend aan deze persconferentie naar het paleis gaan om de Koning verder toelichting te geven.
Daarmee is het kabinet demissionair geworden
Eric Wiebes heeft, als voormalig staatssecretaris van Financiën, de persoonlijke afweging gemaakt dat hij niet demissionair doorgaat en per direct terugtreedt als minister van Economische Zaken en Klimaat.
Hij zal dit besluit zo meteen zelf toelichten.
Het is zijn beslissing, die ik respecteer.
Met zijn creatieve geest heeft Eric Wiebes vaak bijgedragen aan het oplossen van ingewikkelde vraagstukken.
We gaan hem missen.
De vraag is nu: wat betekent het aftreden van het kabinet concreet?
De verkiezingen staan gepland voor medio maart.
En van ons mag ondertussen worden verwacht dat we doen wat nodig is in het landsbelang.
Dat doen we uiteraard in nauw overleg met, en verantwoording afleggend aan het parlement.
Tegen Nederland wil ik zeggen: onze strijd tegen het coronavirus gaat door.
Ons werk staat de komende maanden onverminderd in het teken van corona en het opvangen van de economische en maatschappelijke gevolgen door middel van alle bestaande en aangekondigde steunpakketten.
En tegen de getroffen ouders in de affaire rond de kinderopvangtoeslag wil ik dit zeggen: we zullen blijven werken aan snelle compensatie en aan de verbeteringen die nodig zijn voor de toekomst.
Met dit besluit van vandaag wil het kabinet recht doen aan al die ouders aan wie ongekend onrecht is aangedaan.
Dank u wel.
Tekst en bron: Rijksoverheid