Bedrijfsleider bedacht vals scenario na bedrijfsongeval in Kerkrade

Foto: Pixabay CCO

Het Openbaar Ministerie (OM) eiste vandaag in de rechtbank in Den Bosch gevangenisstraffen tot drie maanden – waarvan een maand voorwaardelijk – tegen de bedrijfsleider (COO) en de directeur (CEO) van een bedrijf in Kerkrade. Het OM verwijt de verdachten het onveilig laten werken van personeel. Ook zouden de verdachten het slachtoffer en getuigen onder druk hebben gezet om in strijd met de werkelijkheid te verklaren na een bedrijfsongeval, waarbij een medewerker ernstig gewond raakte. Dit alles om ervoor te zorgen dat de onderneming niet aansprakelijk zou kunnen worden gesteld voor het ongeval.
Tegen twee ondernemingen eiste het OM in totaal 100.000 euro boete, waarvan 25.000 euro voorwaardelijk.

Bedrijfsleider bedacht vals scenario

Uit onderzoek door Inspectie SZW komt naar voren dat een medewerker van de ondernemingen op 9 september 2015 omstreeks half 10 ‘s ochtends van een hoogte van 3,5 meter naar beneden is gevallen van een in aanbouw zijnde entresol in een bedrijfspand.
Er waren op de entresol geen leuningen aangebracht, het slachtoffer droeg geen veiligheidsharnas, hij was niet gezekerd en er hingen geen veiligheidsnetten. “De werkzaamheden waren onveilig en hadden nooit zo uitgevoerd mogen worden,” aldus de officier op zitting.
Vermoedelijk realiseerde de bedrijfsleider zich dat ook. Hij werd kort na het ongeval gebeld en kwam ter plaatse. Vervolgens bedacht hij – terwijl het slachtoffer met letsel op de grond lag – een alternatief ongevalscenario. Hij heeft volgens het OM de werkelijke situatie gewijzigd door een hoogwerker te verplaatsen en de gaten in de entresol te dichten. Er werden veiligheidsharnassen aangeschaft en neergelegd. Het slachtoffer en een getuige werden geïnstrueerd op wat zij tegen de Inspectie SZW moesten zeggen: “Het ongeval zou zijn gebeurd doordat het slachtoffer achterover zou zijn gevallen na het achterwaarts verlaten van de hoogwerker. Dat alles nadat hij zijn veiligheidsharnas had uitgetrokken.” Pas daarna werd de ambulance en de Inspectie SZW gewaarschuwd. Het slachtoffer is met rugletsel in het ziekenhuis opgenomen.

Schandalig en immoreel handelen

“Het gaat om buitengewoon kwalijke feiten”, aldus het OM. Het slachtoffer komt twee maanden na het bedrijfsongeval op zijn eerdere verklaring terug en belt SZW. Hij wijst ook de andere mensen aan die volgens hem bij het incident aanwezig waren. De Inspectie SZW opent onder leiding van het Functioneel Parket een strafrechtelijk onderzoek. Het OM houdt de bedrijfsleider en een van de twee rechtspersonen verantwoordelijk voor het onveilig werken en het blootstellen van werknemers aan risico’s waardoor schade aan de gezondheid of zelfs levensgevaar te verwachten is.

Het OM denkt dat de bedrijfsleider het initiatief nam om een alternatief ongevalscenario te bedenken. De directeur wist volgens het OM op enig moment van de beïnvloeding van getuigen en heeft erop aangedrongen dat een getuige bij zijn verklaring bleef. Het instrueren van betrokkenen om in strijd met de waarheid dit scenario aan de inspectie te vertellen, vindt het OM schandalig en immoreel, zei de officier op zitting: “Burgers moeten onbelemmerd ten overstaan van een rechter of een ambtenaar naar waarheid en geweten een verklaring kunnen afleggen en die vrijheid is in onze rechtsstaat een zeer groot goed.”

Lichamelijk letsel en psychische problemen

Het leven van het slachtoffer is door het bedrijfsongeval, maar ook door het opgedrongen alternatieve scenario, niet meer wat het was. Er sprake van lichamelijk letsel, maar ook van psychische problemen. Mede daarom ziet het OM de strafeisen van drie maanden gevangenisstraf – waarvan één maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar – voor beide mannen passend. Het OM eiste daarnaast een voorwaardelijke ontzetting van het recht om leiding te geven aan het bedrijf, voor de duur van een maand met een proeftijd van twee jaar. Tegen de rechtspersonen eiste het OM een boete van respectievelijk 75.000 euro – waarvan 25.000 euro voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar – en 25.000 euro boete.

De rechtbank doet over twee weken uitspraak.