De nieuwe horizon van Mhammed

Foto: Heerlen.Nieuws.nl

Halverwege maart ontving Heerlen.Nieuws.nl een bericht van Mhammed, een 23-jarige Syrische vluchteling die sinds begin maart in het asielzoekerscentrum Imstenrade verblijft. Hij vroeg of we zijn artikel wilde publiceren waarin hij schrijft over zijn leven als vluchteling en over de mooie dingen die hij in Nederland ondervond. Een humane boodschap met liefde en respect voor de Nederlanders.

We zochten Mhammed op in het AZC, dat veilig weggeborgen is in een van de meest afgelegen stukjes Heerlen-Zuid. Een niet bepaald uitnodigend industrieterrein aan de voorkant, twee snelwegen als westelijke slotgracht en oostelijke stadswal, een groot kerkhof ernaast en aan de achterzijde door het Imstenraderbos en weilanden op veilige afstand gehouden van het idyllische Benzenrade. De ideale plek voor vluchtelingen om in onze maatschappij te kunnen integreren. Zelfs de tippelzone lag hier vroeger nog dichter bij de bewoonde wereld.

Mhammed wacht ons op. ‘Wachten’ blijkt in het verdere verloop van het gesprek een terugkerend werkwoord. Wachten, want tijd is er té veel voor de 700 vluchtelingen die straks in het AZC kunnen verblijven.
Mhammed is bijna 7 maanden in Nederland. Nu dus ongeveer een maand in Heerlen, daarvoor bijna 6 maanden in Apeldoorn. Hij spreekt behoorlijk Engels, en al aardig wat woorden en zinnetjes Nederlands.

Hij vluchtte uit Syrië omdat hij de leeftijd bereikte om in het leger te gaan. “Ik had de keuze om in het leger te gaan en dus te vechten voor en namens Assad, of me aan te sluiten bij groeperingen die tegen hem vechten. Dat wilde en kon ik allebei niet.” Dus verliet hij Syrië, met pijn in z’n hart. Niet alleen zijn familie liet hij achter, zegt hij, hij liet er álles achter. “Want vóór de oorlog hadden we echt alles in Syrië. Ik heb ICT gestudeerd aan de Universiteit van Damascus, en verdiende daar ook al wat geld mee. Ik had daar ongetwijfeld een goede baan mee kunnen krijgen. Ook de religie is in Syrië niet echt een probleem, al denken veel mensen dat.”
Maar nu heeft Syrië dus vooral oorlog, en verliet Mhammed zijn geboorteland en trok naar Europa. Niet voor het geld, maar voor zijn veiligheid. Want niet willen vechten of geen partij kiezen in Syrië betekent dat je je leven niet zeker bent.

Mhammed wil zoveel mogelijk zelf doen en zelf uitzoeken. Hij kreeg onlangs een NS-dagkaart om per trein iemand in Apeldoorn te bezoeken. “Ik heb zelf via de computer uitgezocht hoe ik daar kon komen. Waar ik moest zijn, hoe laat en op welk ‘spoor’ ik moest instappen. Ik wil zoveel mogelijk zelf doen, zonder de hulp van het COA. Ik wil leren, en zo snel en normaal mogelijk meedoen in de Nederlandse maatschappij. Maar dat is moeilijk als vluchteling heb ik gemerkt. Bijvoorbeeld als ik vriendelijk lach naar iemand, of “hi” zeg. Dan krijg ik meestal geen normale reactie, want diegene denkt alleen ‘Waarom lach je naar me?’ of ‘Waarom zeg je “hi” tegen me?’

De mogelijkheden om te leren zijn echter minimaal. “Het komt doordat ik redelijk Engels spreek en gevoel voor taal heb dat ik me hier nu al aardig weet te redden. Maar de meeste mensen die hier zitten hebben dat niet. De kinderen hebben recht op onderwijs en krijgen dat ook, inclusief taallessen. Maar de ouderen hebben dat recht niet, en kunnen ook niet zelf leren. Als ze erom vragen bij het COA krijgen ze te horen dat alles vol is, dat ze niet in aanmerking komen voor lessen Nederlands.
Ik heb op internet een Arabische cursus Nederlands gevonden die ik zelf nu volg, maar dat kunnen de anderen niet. Een paar kamers verder woont een arts, hoog opgeleid, maar die spreekt geen Engels en kan zich heel slecht behelpen.”

Dus rest velen alleen afwachten. Afwachten tot ze uitsluitsel krijgen over welke gemeente hun toekomstige woonplaats zal worden. “In die tussentijd kunnen we hier niet veel doen. Wat spelletjes, en een potje voetbal buiten. Maar laat ons nuttig werk doen. Laat ons de straten vegen, zodat we ons nuttig kunnen maken. We vragen verder niets. We hoeven geen geld, we hoeven nu geen spullen. Nu is het hier voor de meesten alleen eten, slapen, eten, slapen…. Eat, sleep, eat, sleep… Every day.”

Ook de afgelegen ligging van het AZC is debet aan die uitsluiting. “We kunnen hier weinig doen. Ik ben graag in de bibliotheek, maar daar is moeilijk te komen. Met de bus is het lastig, en te voet is het erg ver. Ik heb er ruim een uur over gedaan om er te komen, en daarna weer terug.”
“In Apeldoorn fietste ik wel eens door de stad. Niet als het druk was, alleen op rustige tijden. Ik werd een keer aangehouden door een agent, omdat ik ergens fietste waar dat niet bleek te mogen. Ik probeerde de agent in het Nederlands te beantwoorden, en dat lukte aardig en dat wist hij te waarderen. Dat is trouwens iets wat in Sytië onmogelijk zou zijn, een gesprek voeren met een politieagent, daar heb je alleen te luisteren en te doen wat die aangeeft.”
Over de opvang in Apeldoorn is Mhammed in ieder geval goed te spreken, het was alsof de mensen daar meer met het lot van de asielzoekers waren begaan. Hij laat me zijn agenda zien, hij had bijna iedere dag een afspraak met iemand. Hier heb ik nog maar met weinig mensen contact kunnen krijgen, dat is jammer.”

Mhammed schreef in Apeldoorn onderstaand artikel, waarin hij, oorspronkelijk in het Engels, zijn gevoelens op een welhaast poëtische wijze heeft neegeschreven. Misschien helpt het om een klein beetje meer begrip te krijgen voor zijn situatie.

Ik kwam niet van een andere planeet.
Ik kwam niet uit een heel ver land.
Ik kwam niet zonder handen, niet zonder ogen, niet zonder gevoelens en emoties.

Ik ben gewoon een Arabische vent, door iedereen genegeerd, tot nu toe slechts gevraagd om nooit een stap in het licht te zetten, om niets te blijven doen met mijn stille stem. Slechts geboren om de zin van het leven nooit te mogen ontdekken en blijvend afgesneden te blijven van alle aanspraken hierop.
Want dat vertelden ze me toen ik ik iets van mijn leven wilde maken met mijn rechten en menselijkheid, over dit leven dat ik leidde ver weg van de werkelijkheid, gedwongen om ieder feit dat pijn doet of me van binnen doodt te verbergen, liggend in de boot des doods als enige ontsnapping naar de finale vrijheid. En het schijnt dat ik niet de enige ben die er zo over denkt, een hele generatie probeert een nieuwe toekomstige horizon te ontdekken in plaats van de dood, de horizon die tot nu toe mijn leven bepaalde, die tot nu toe voorschreef wát en wánneer en wié ik zou worden.
Ik wilde als een nieuw mens opnieuw geboren worden, verlost van het afschuwelijke verleden, om mijn leven opnieuw te beginnen zonder de verschrikkingen van de vluchtelingengevangenissen, waardoor ik die levensgevaarlijke vlucht voor lief nam, omdat ik geloofde dat mijn toekomst ginder lag zoals de zon tevoorschijn komt na de regen, de regen die mijn zwakke lichaam versterkte ongeacht hoe lang of risicovol die weg ernaartoe zou zijn.

Want ik kan mijn gevoelens niet meer binnenhouden. Als ik dan moet sterven dan wil ik dat doen met de droom één dag in vrede geleefd te hebben, met het gevoel een mens te zijn in plaats van een dier, als iemand die niet gedwongen wordt om iets te doen waar hij niet om gevraagd heeft, die nooit gevraagd is naar wié en wát hij wilde zijn.

Ik ben slechts een mens dus wat kan ik anders, ik heb een toekomst nodig voor mezelf en mijn familie, voor mijn en hun geluk en veiligheid. Ik weet niet of ik hiermee te veel vraag, maar ik hoop toch van niet want het is nog maar mijn enige wens in dit leven.

En toen heb ik mijn eerste stap gezet om deze droom te verwezenlijken. Want já, ik geloof dat je dromen kunnen uitkomen als je er écht in gelooft. En dat bleek zo te zijn!
Na de lange en moeilijke weg hiernaartoe kreeg ik een onverwacht hartelijke behandeling van zo veel fantastische mensen, die zeiden dat wij ieder moment welkom waren in hun huis, zonder ons te vragen naar religie, zonder acht te slaan op huidskleur. Mensen van diverse religies, religieuze stromingen, christenen, atheïsten. Ze behandelden ons, zo’n 400 vluchtelingen, allemaal eender en we voelden ons ook eender: blij, vrij, maar bovenal menselijk!

Ik kan nu eindelijk ervaren, voelen wat menselijkheid is. Wat dat betekent. Voor het eerst in mijn leven ben ik dankbaar dat ik leef, en dat door mensen die ik nog steeds niet goed ken.

Er groeit een nieuw gevoel in me, ik voel het iedere dag sterker worden: het is de nieuwe horizon.