Onder niet al te ongunstige weersomstandigheden voer vanmiddag het Gilde Blauwe Sjuut uit voor hun traditionele tocht door de carnavaleske Euregio. Met ‘Ad Narragoniam’ als lijfspreuk, hetgeen zoveel wil zeggen als ‘op naar het narrenland’, begaven de ‘Officiële ambassadeurs va d’r Limburgse vasteloavend’ zich inmiddels voor de 65e keer op hun roemruchte ‘toch’.
Voorafgaand aan het vertrek werd de bemanning op het gemeentehuis ontvangen. Samen met burgemeester Depla werd het traditionele ‘oorlam’ gedronken en getoast op een goede vaart. Daarna werd het wagenschip, op brute spierkracht van de twee nieuwe bemanningsleden naar het Pancratiusplein getrokken. Onder redelijke publieke belangstelling werden hier de twee nieuwelingen aan boord geknipt en geschoren met een fles Els, zure haring, slagroom, nonnevotten en confetti: Raoul Braecken, prins carnaval van de Winkbülle van vorig jaar en John Schrijnemaekers maken voor het eerst hun opwachting als ketelbinkie en matroos.
Ook een delegatie uit Kielegat was getuige van deze ontgroening. Op uitnodiging van het Gilde Blauwe Sjuut en tot verrassing van onze burgemeester was de Bredase Prins Petrus C Lie en zijn gevolg met een carnavalsbus naar Heerlen afgereisd om de carnavalscapaciteiten te beoordelen van onze burgervader die vanaf volgend jaar de dolle dagen in Kielegat moet doorbrengen in plaats van in Sjpassemig.
Nadat kapelaan Beijk van de St. Pancratiusparochie de bemanning en hun schip zijn zegen had gegeven en een behouden vaart had gewenst, vertrok het schip met luide kanonsalvo’s richting Heerlerbaan. Verzorgingshuis Oranjehof was de eerste aanlegplaats, waarna het narrenschip koers zette naar Simpelveld, het Vrijthof en Gouvernement in Maastricht, en het gemeentehuis van Maasmechelen.
Aanstaande vrijdag, rond de avondklok van half tien, gaat het vasteloavendschip dan weer voor een klein jaartje voor anker in zijn thuishaven Heerlen.