Burgemeester van Heerlen met hartklachten in het ziekenhuis

Foto: Still livevideo gemeente Heerlen

Roel Wever, burgemeester van Heerlen, is afgelopen week met hartklachten door een verstopte kransslagader opgenomen in het ziekenhuis.
In een persoonlijk bericht op de website van de gemeente Heerlen geeft hij een reactie, niet alleen op wat hem overkwam maar ook op de vele reacties die hij heeft ontvangen.

Hartklachten

“Het leven stond letterlijk even stil”, zegt Roel Wever. “Afgelopen vrijdag ben ik met hartklachten opgenomen in het ziekenhuis. Dat was enorm schrikken, het leven stond letterlijk en figuurlijk even stil. Ik ben in een goede conditie, maar vrijdag zakte ik op de loopband in de sportschool in elkaar. Achteraf blijkt dat een verstopte kransslagader hiervan de oorzaak is. Op zulke momenten realiseer je je des te meer hoe belangrijk je gezondheid is.”

“Maar nog meer besef je hoe onmisbaar de mensen zijn die dichtbij je staan. Zo’n gebeurtenis heeft impact. Ik moet weer vertrouwen krijgen in het lijf dat me 58 jaar met een vanzelfsprekendheid heeft gediend, en waarover ik me nu verbaas. De steun van de mensen om me heen helpt enorm.

Op de been

Aanstaande maandag wordt in het ziekenhuis een kastje ingebracht dat mijn hartritme in de gaten houdt. Zo kan ik rustig verder herstellen. Over een aantal weken hoop ik weer op de been te zijn en mijn leven, werk én sport stap voor stap op te pakken. Hoe dat zal gaan, hangt af van hoe ik me voel en gaat in nauw overleg met het thuisfront, de artsen en mijn collega’s. De tijd zal uitwijzen of een eventuele vervolgoperatie nog nodig is.

Hartverwarmende reacties

Op dit moment voel ik me naar omstandigheden goed. Ik kijk er naar uit om weer aan de slag te gaan. Ik had het naar mijn zin als burgemeester van Heerlen en dan gebeurt dit. Hoe geweldig is het dan dat mensen er voor jou en je dierbaren zijn, ook als het wat minder goed gaat. Mijn vrouw en ik zijn onder de indruk en geraakt door alle hartverwarmende reacties. Die doen ons goed en geven extra kracht om de draad weer op te pakken.”

Hartelijk dank,
Roel Wever