De trainer en zijn nieuwe uitdaging: Maurice Verbunt

Foto: Heerlen.Nieuws.nl/Hein Smith

Met de aankondiging dat hij na vier seizoenen Chevremont op zoek ging naar een andere uitdaging was Maurice Verbunt de tweede hoofdtrainer uit de Hoofdklasse B die instapte op de in gang gezette trainerscarroussel in het amateurvoetbal in de regio Parkstad.
Alle drie de Hoofdklassers, zo blijkt, nemen aan het einde van dit seizoen afscheid van hun huidige oefenmeester.
Maurice Verbunt blijft (waarschijnlijk) echter actief in deze klasse: hij verruilt Chevremont voor een eveneens ‘oude vlam’, Groene Ster, dat net als zijn huidige club Chevremont nog alle hens aan dek moet geven om zich dit jaar in hun klasse te handhaven. Tijd voor een gesprek.

Wie is Maurice Verbunt?

Ik ben op 12 februari 1975 geboren in Heerlen. Getrouwd met Melanie en wij hebben samen twee zoontjes. Finn is deze week 5 jaar geworden, en Sill is 2 jaar oud. En wij wonen in Kerkrade.

Opleidingen?

PABO – CIOS in Sittard, en ik heb nog een 2e graads studie Nederlands en Biologie gedaan.

Maatschappelijke loopbaan?

Ik ben docent aan het VMBO op het Brandenbergcollege in Landgraaf. Daarnaast ben ik daar ook coördinator leerlingzaken.

Trainersdiploma’s?

Ik ben in het bezit van de diploma’s tot en met de A-licentie. Dat houdt in dat ik tot en met assistent betaald voetbal mag trainen.

Gevoetbald bij?

Ik ben begonnen bij de jeugd van Chevremont. Daarna ben ik tot mijn 25e actief geweest bij Roda JC waar ik ook een driejarig contract had, ik was aanvoerder van het tweede team. Tot het noodlot toesloeg, ik scheurde mijn voorste kruisband af en beschadigde mijn meniscus. Gevolg: 9 maanden revalideren. Na mijn periode bij Roda JC heb ik 4 jaar bij SVN gespeeld, vervolgens 1 seizoen bij Meerssen, en daarna 4 jaar bij Groene Ster. Ik heb mijn voetbalcarrière afgesloten met twee seizoenen opnieuw bij SVN, in mijn laatste seizoen werden we kampioen in de 2e klasse.

En dan wil je trainer worden?

Die ambitie is er altijd al geweest. In mijn periode bij Roda JC studeerde ik op het CIOS en werd ik door de trainer Huub Stevens gevraagd of ik ook een jeugdteam wilde gaan trainen. Zo is het eigenlijk begonnen, als trainer bij de C-jeugd van Roda JC. Ik heb daar een prachtige tijd gehad!

Welke trainers heb je meegemaakt en wat zijn je ervaringen met hen?

Bij Roda JC waren dat Huub Stevens en Sef Vergoossen. Bij de amateurs Paul Meulenberg en Hans van Tussenbroek, Math Schaepkens, Hans van Tussenbroek en Silvio Dilliberto.
Met alle trainers had ik wel een goede ervaring, en ik heb ook van iedere trainer wel iets geleerd. De langste periode heb ik gehad met Hans van Tussenbroek die elk jaar weer een hecht team van de spelers wist te smeden. Iedere trainer had zijn specialisme, maar ik heb ook geleerd van de mindere kanten die er ook waren.

Bij welke verenigingen ben je trainer geweest?

Zoals aangegeven begon ik bij de C-jeugd van Roda JC. Daarna trainde ik daar de teams tot en met de A-jeugd, dat laatste team heb ik samen met Rik Plum getraind. Vervolgens even de grens over bij Alemania Aachen, daar heb ik 4 jaar de C- en de B-jeugd getraind en heb er scoutingswerk gedaan.
Vervolgens werd ik trainer bij Chevremont. Dat was mijn eerste amateurvereniging waar ik als hoofdtrainer aan de bak ging en daar werk ik nu al voor het vierde seizoen.

Waarom wilde je eigenlijk trainer worden?

Die drive had ik al vanaf het moment dat ik met de opleiding op het CIOS begon. Tijdens de opleiding leerde ik om voor grotere groepen te staan, en dat ging me goed af. En Huub Stevens heeft mij het laatste zetje gegeven door me als jeugdtrainer bij Roda JC te vragen.

Kun je iets vertellen over je ervaring als trainer?

De eerste tijd als trainer bij Chevremont was moeilijk. Je moet je voorstellen dat als je bij een profclub werkt daar alles geregeld is. En de spelers daar hadden een doel, slagen in het betaalde voetbal. Bij amateurs is die ambitie om zo goed mogelijk te presteren er ook. Maar als trainer krijg je te maken met privéomstandigheden, verplichtingen op het werk en de ‘ja maar…!’ cultuur van de spelers. Voor mij was het eerste jaar een leerproces. Maar ik leer nog stééds. Zeker dat je als trainer jezelf ook een spiegel voor moet kunnen houden. Vaker een moment van zelfreflectie nemen is echt niet verkeerd.

Hoe kijk je terug op de periode bij Chevremont?

Maurice steekt van wal met een heel warm betoog over zijn ervaringen bij Chevremont.
Over de successen van Paul van Putten, óók een jongen van Chevremont die als trainer kampioen werd met Chevremont en waar hij veel waardering voor heeft. En over de ‘vijfde colonne’ waarvoor ze hem gewaarschuwd hadden. Hij nodigde die ‘colonne’ uit voor gesprekken waarin hij zijn visie op de manier van voetballen gaf, waarna bleek dat vooral de oudere spelers uit deze ‘colonne’ het met hem eens waren en ook zelf met voorstellen kwamen over de manier van spelen. “Met hun heb ik tot op de dag van vandaag een heel goede band.”

Over het feit dat, vlak voordat de competitie begon, drie belangrijke spelers vertrokken. “Dat hebben we gelukkig kunnen opvangen door spelers die ik ooit op de B-jeugd van Roda JC trainde te benaderen en ze naar onze vereniging te halen. En enkele daarvan spelen nog steeds bij ons.

Er volgen vele anekdotes uit de afgelopen jaren, maar ook de teleurstelling wordt gemeld die er na het eerste seizoen was toen de degradatie vanuit de eerste naar de tweede klas onontkoombaar was geworden. Direct gevolgd door twee seizoenen zeer succesvol voetbal en succesvolle samenwerking met zijn staf en het team. “Het tweede jaar gingen we van de tweede naar de eerste klasse, en het jaar erop zetten we de volgende stap door naar de Hoofdklasse te promoveren én de beker te winnen door in de finale UDI te verslaan.” Maar er waren niet alleen successen met het eerste, Maurice geeft aan dat er ook kampioenschappen waren van het tweede, derde en het damesteam. Een droomscenario!

“Belangrijk is ook, dat bij het huidige eerste team dat in de Hoofdklasse speelt, zeker nog 80 tot 85% van de spelers actief zijn die er ook al in de tweede klasse bij waren. Dat is een bewuste keuze van onze club geweest, om deze groep het vertrouwen te geven. Dit seizoen hebben we ons ten doel gesteld om ons als nieuwkomer in de Hoofdklasse te handhaven. Dat is wat we willen, niet meer en niet minder.”

Hoe zou jij jezelf omschrijven als trainer?

Allereerst ben ik een trainer van de dialoog, ik ga altijd het gesprek aan. Daarnaast is voor mij het groepsgebeuren heel belangrijk. Het voor elkaar door het vuur willen gaan, en zaken van elkaar leren accepteren. Dat is een deel van het fundament. En als het me lukt het team en spelers beter te maken dan geeft mij dat voldoening. Ja, dan ben ik zelfs een beetje trots.
En verder, ik heb het niet uitgevonden, en een oordeel over mij als trainer, dat mogen anderen geven.

Maar ik heb ook veel respect voor het bestuur van Chevremont. Zij werden geconfronteerd met de successen en moesten meegroeien. En dat hebben zij gedaan. Ze hebben zich opengesteld en voelden zich niet te groot om informatie te vragen bij derden. Je moet eens nagaan: van de vierde klasse naar de Hoofdklasse, met alles wat er in die periode is gebeurd. Zij verdienen een heel groot compliment, en ik zie dat zeker ook als de charme van de vereniging.

En dan je volgende stap: Groene Ster?

Na vier fantastische jaren bij Chevremont was ik toe aan een nieuwe uitdaging, en ik wil afscheid nemen van Chevremont als trainer van de hoofdklasser. Want ik wil hier in de toekomst ook weer terug komen.
En dan ga je dus op zoek naar een invulling van die nieuwe uitdaging. Er was een aantal mogelijkheden, en ik heb ook diverse leuke en positieve gesprekken gehad. Uiteindelijk heb ik gekozen voor Groene Ster omdat ik bij deze vereniging een viertal geweldige jaren als speler heb meegemaakt. Ik ben er kampioen geworden en heb de beker gewonnen. Het is een mooie warme club vol ambitie, en het is voor mij dus bekend terrein. Een mooie uitdaging!

Dan breekt er nu een drukke periode voor je aan. Het gezin, je werk, Chevremont en Groene Ster?

Klopt, maar dat ben ik gewend. Toen ik werkzaam was in het profvoetbal was ik er ook 5 keer per week mee bezig. Maar net als toen weet ik ook nu: prioriteit nummer één is en blijft mijn gezin, daarna komt het werk. De belangrijkste uitdaging momenteel is handhaving van Chevremont in de Hoofdklasse, en daarnaast gesprekken voeren met de mensen van Groene Ster.

En dan de vragen van ……

1. Karakter?

Ambitieus, ook vaak meegaand, het voor iedereen goed willen doen, wat overigens ook een valkuil kan zijn.

2. Levensmotto?

Geniet van elke dag.

3. Bewondering voor?

Mijn vrouw Melanie.

4. Spijt van?

Eigenlijk nergens van.

5. Angst voor?

Dat er iets ernstigs gebeurt met de mensen die ik lief heb.

6. Hobby’s?

Toneelspelen, en natuurlijk voetbal.

7. Ambities?

Het maximale uit je werk en je hobby’s halen.

8. Carnaval of wintersport?

Heel duidelijk: carnaval. Maurice is in 2005 Sjtadsprins van Kerkrade geweest.

9. Slechte eigenschap?

Het voor iedereen goed willen doen, ik kan moeilijk ‘nee’ zeggen.

10. Schouwburg, boek of film?

Schouwburg, mooiste herinnering is het stuk waar ik zelf in gespeeld heb, “Het korte leven van Jan-Willem”, waarvan ook een film is gemaakt.

11. Avondje stappen of etentje?

Tegenwoordig een etentje.

12. Bier, water of wijntje?

Biertje.

13. Wie zijn je voorbeelden?

Huub Stevens.

14. Krijg inspiratie van?

Van onze kinderen Finn en Sill.

15. Wat zou je absoluut nog eens willen doen?

Parachute springen.

16. Wat is je ultieme doelstelling?

Op een gezonde manier oud worden.

17. Tot slot, waar zien wij je over 10 jaar?

Gewoon weer hier met jou en praten over het verleden en leuke uitdagingen.

Nog even napratend over de alledaagse dingen in het leven leren we niet alleen dat de vader van Maurice ook bij Chevremont en ook bij Roda Sport heeft gevoetbald, maar dat zijn vader ook jarenlang de contributie ophaalde bij de leden van Chevremont.
En op de vraag of die traditie wordt voortgezet en zijn zonen ook bij Chevremont zullen gaan voetballen antwoordt Maurice lachend, zoals vele vaders: “Misschien moeten ze maar eerst het zwemdiploma gaan halen.”

Hem succes wensend met het verdere verloop van zijn carrière, nemen we afscheid van deze sympathieke persoon(lijkheid).

Tekst en interview: Hein Smith