Jo Piefer: de man achter de Stichting Volkstoneel Kerkrade

Foto: Hein Smith

Oktober 2016. Een kleine anderhalf jaar na het 25-jarig jubileum van de Stichting Volkstoneel Kerkrade (SVK), die op 30 mei 1990 werd opgericht. We zijn nu 59 producties en 293 voorstellingen verder, die door 94.950 toeschouwers zijn gezien. Vandaag een gesprek met de oprichter en voorzitter van de Stichting Volkstoneel Kerkrade, Jo Piefer.

Het blijkt een ontmoeting met een enthousiaste en gedreven persoon, die uren vol passie zou kunnen en willen praten over toneel en cultuur. Over ‘zijn’ Stichting Volkstoneel Kerkrade. Over de mensen die allemaal in de afgelopen jaren hun bijdrages leverden. Maar ook over de problemen die er in de loop der jaren ontstonden, zoals de teruglopende toeschouwersaantallen, de complexer wordende financiën, het tijdelijk sluiten van Theater Kerkrade, enzovoorts. En over zijn benoeming in de Orde van Oranje Nassau en het ontvangen van de ‘Gouden Speld’ van het LFA (40 jaar toneel). En niet te vergeten de “LFA schaduwprijs 2015“ voor verdiensten.

Wie is Jo Piefer?

Ik ben 68 jaar en geboren in Kerkrade, 41 jaar getrouwd met Johanna, en we wonen nu meer dan 40 jaar in Heerlen. Samen hebben wij twee kinderen. Zoon Eric woont in Munstergeleen en is gehuwd met Esther, samen hebben zij een zoon Noëll, onze kleinzoon waar we heel trots op zijn.
Zoon Michiel woont in Heerlen en is ondernemer. Hij is ook organisator van evenementen en tevens diskjockey, en heeft het bedrijf ‘Ink4All&Toner2’, gevestigd aan de Pancratiusstraat 26 in Heerlen.
Ik heb bij Saint-Gobain in Herzogenrath gewerkt als teamleider op de afdeling ‘Magazijn en logistiek’, en daarnaast 29 jaar in de Stadsschouwburg van Heerlen. Dat waren lange dagen; ik vertrok om 5 uur ‘s ochtends naar Saint-Gobain tot half drie ‘s middags, dan naar huis om vervolgens van 17.00 uur tot ongeveer middernacht of 1.00 uur ‘s nachts te gaan werken in Stadsschouwburg.
Inderdaad, lange dagen, maar ik had er enorm veel plezier in. Ook toen ik vroegtijdig moest stoppen bij Saint-Gobain, ben ik toch tot na mijn 65ste werkzaam gebleven bij de Stadsschouwburg als frontoffice medewerker.

Komt daar ook uw liefde voor het volkstoneel vandaan?

Nee, het toneelspelen zat bij onze familie al in het bloed. Ik ben zelf 18 jaar actief geweest bij de Toneelvereniging Excelsior Kerkrade. Niet alleen óp het toneel, maar ook in het bestuur. Totdat ik in 1990 het initiatief nam om de Stichting Volkstoneel Kerkrade op te richten.

En dan …?

Tja, dan begint het pas echt. Enkele mensen gingen mee naar de nieuwe stichting en van daaruit zijn wij begonnen met bouwen aan de toekomst. Nu dus al meer dan 26 jaar. We moesten alles nieuw aanschaffen want we hadden niets. Alleen creatieve geesten. De eerste financiële armslag kregen we van een aantal weldoeners. Ik weet het nog goed, een bedrag van ongeveer 1200 gulden dat we mochten gebruiken als startkapitaal. We hebben echt moeten knokken om te overleven!

Direct al in 1990 de eerste productie: ” `t weëd stjilleweg winkter”. Dat is toch al behoorlijk snel na de oprichting?!

Helemaal mee eens, maar dit stuk had ik dan ook al thuis liggen en het was geschreven door Hans Stelsmann. Dus dat gingen we spelen. Maar met alleen het stuk ben je er niet. Naast de acteurs en actrices moesten we op zoek naar een locatie, zowel om te oefenen als voor de uitvoeringen. Er moest een regisseur ingehuurd worden, Wim Hoogendam, ik weet na al die jaren zijn naam nog. Maar ook voor kostuums, technisch personeel en overige materialen moest geld beschikbaar zijn. Maar het lukte ons. Wij speelden dat jaar 3 voorstellingen waar in totaal 1750 bezoekers naar kwamen kijken!!

Is er een bepaalde logische volgorde bij de voorbereiding van een productie?

Die is er zeker. Je gaat op zoek naar stukken, meestal via een zichtboekje. Heb je eenmaal een goed stuk gevonden, dan ga je op zoek naar de juiste mensen die de rollen kunnen invullen. Een belangrijke tussenstap zijn de auteursrechten en toestemming om het stuk te bewerken en te vertalen in het dialect. Als volgende stap ga je op zoek naar een regisseur, maar parallel daaraan ben je volop bezig met het huren van een locatie waar gespeeld kan worden. Dat vergt heel veel tijd en energie. En daarnaast natuurlijk nog het financiële plaatje dat je moet zien in te vullen.

Kunt u dat een beetje toelichten voor ons leken…?

Kijk, vroeger had je nog sponsoren, weldoeners, sympathisanten en donateurs. Maar die groep is in de loop der jaren steeds kleiner geworden. Op dit moment hebben wij zelfs geen enkele sponsor meer, we hebben alleen nog een paar ‘Vrienden van het Volkstoneel’. Het moge duidelijk zijn dat we voor de toekomst dringend behoefte hebben aan nieuwe ‘Vrienden’ en sponsoren.*
We krijgen wel nog wat subsidie van de gemeente. Het invullen en oplossen van die financiële puzzel is een van onze moeilijkste opdrachten. Telkens weer, maar gelukkig zijn we daarin nog altijd geslaagd.

Maar om terug te komen op je vraag, je zoekt altijd naar goede locaties waar de gasten zich thuis voelen. Dat was voor ons Theater Kerkrade, tot aan de verbouwing in het kader van het Centrumplan. Maar naast het theater huur je dan ook minimaal 2 mensen van de techniek in, en die kosten zijn bepaald niet laag. En naast de hiervoor geschetste kosten voor het inhuren van een regisseur zijn er nog een hoop andere kosten. Dus nee, het is niet gemakkelijk om het financiële plaatje telkens weer rond te krijgen.
Maar nogmaals, het is ons nog steeds gelukt. Ook de afgelopen drie jaren waarin het Theater Kerkrade verbouwd werd, en nog steeds. We zijn uitgeweken naar de ‘Aula Major’ van Abdij Rolduc, een kleinere maar mooie leuke locatie. Met plaats voor zo’n 380 bezoekers in plaats van de 633 plaatsen in het Theater Kerkrade. Door de verhuizing naar Rolduc zijn we ongeveer de helft van onze bezoekers kwijt geraakt. Die hopen we straks natuurlijk weer terug te krijgen.

En weet je wat ik ook merk, de mentaliteit verandert. Vroeger was een bezoek aan theater een echt uitje. Tegenwoordig zijn er zoveel alternatieven en moeten onze mensen nog meer kwalitatieve goede prestaties neerzetten om de bezoekers naar het theater te trekken. Wij schrijven onze trouwe bezoekers jaarlijks een brief om het contact met hen te onderhouden. Maar wij hopen natuurlijk dat het doel, dat ‘avondje-uit’ voor mensen, weer wat meer onderkend gaat worden.

Je moet goed begrijpen dat de voorbereidingen op een nieuwe productie wel 6 maanden kunnen duren, en met soms twee maal in de week repeteren. En realiseer je ook dat we voor het overgrote deel werken met vrijwilligers van wie veel wordt geëist. Maar wil je overleven, dan moet je met z`n allen als team kwaliteit leveren, en telkens weer het vertrouwen winnen van de bezoekers zodat ze ook de volgende keer weer naar de voorstelling komen.

Over het 25-jarig jubileum van de stichting SVK is veel geschreven. Maar daarnaast was toch ook uw 25-jarig jubileum als voorzitter, hoe is dat verlopen?

Ik ging er vanuit dat mijn jubileum in de vaart der volkeren mee zou gaan. Maar ik werd zeer aangenaam verrast. Bij de laatste voorstelling van 2015 werd het publiek namelijk vriendelijk verzocht om na de afloop van die voorstelling in de zaal te blijven zitten. Ineens kwam Ralf Krewinkel, de burgemeester van Heerlen het podium op en riep mij naar voren. Ik was helemaal beduusd toen hij mij mededeelde dat ik was benoemd tot ‘Lid in de Orde van Oranje Nassau’. Een enorme eer, die ik deel met mijn echtgenote Johanna. Want zonder haar steun en toewijding was mij dit alles niet gelukt.
En ook mocht ik in 2015 de ‘Gouden Speld’ in ontvangst nemen van het LFA (Toneelhuis LFA is de overkoepelende organisatie voor toneelgezelschappen in Limburg, red.) als ook de ‘Schaduwprijs 2015’. Ook die onderscheidingen vind ik zeer waardevol.

U bent nu 68 jaar, het voorzitterschap is enorm arbeidsintensief en vreet energie, hoe kijkt u vooruit?

Je merkt natuurlijk dat je iets ouder wordt. Maar de wil en energie om door te gaan zijn er nog steeds. Ik ben nu al weer volop bezig met de volgende productie. Nee, het is mijn levenswerk en daar sta en ga ik voor.

Dan de persoonlijke vragen …

Karakter?

Egoïstisch, ruim denkend, open en perfectionistisch.

Levensmotto?

Niet naar achteren kijken. Leven en laten leven.

Bewondering voor?

Alles wat met kunst te maken heeft.

Spijt van?

Dat ik in mijn jonge jaren mijn studie aan de kunstacademie niet heb afgemaakt.

Angst voor?

Ziektes, ook bij mijn naasten.

Hobby’s?

Eigenlijk te veel. Enkele: dans, toneel en kunst.

Ambities?

Dat ik datgene wat ik nu doe kan blijven organiseren.

Ultieme doelstelling?

Een lang leven en gezond blijven.

Slechte eigenschap?

Ik maak mij overal druk over!

Krijg inspiratie van?

Als ik naar theater mag gaan kijken , goed toneel.

Boek of film?

Boek, laatst gelezen RUNA van Vera Buck.

Bioscoop, avondje stappen of etentje?

Etentje.

Bier, water of wijntje?

Alle drie!

Wie zijn uw voorbeelden?

Mijn ouders, wij hadden een gezin van 8 kinderen: 7 jongens en 1 meisje.

Wat zou u absoluut nog eens willen doen?

Ik heb nergens spijt van, dus alles hetzelfde. Ja, een mooie verre reis.

Waar zien wij u over 10 jaar?

In het theater!
Waarvan akte…

* Heeft u interesse om ‘Vriend’ of sponsor te worden van de Stichting Volkstoneel Kerkrade (en dat kan al voor een bedrag van € 100,- of € 50,- per jaar) dan kunt u dat per e-mail laten weten, via [email protected]. Iemand neemt dan onmiddellijk contact met u op.
U kunt ook bellen via 06-50562900.

Tekst en interview: Hein Smith.