De hechte band van vader Math en zoon Cyril Gulpers

Foto: Heerlen.nieuws.nl/Hein Smith

Ruim 18 jaar bezocht Math Gulpers iedere wedstrijd van zijn zoon Cyril. Maar aan deze traditie is een eind gekomen. Cyril besloot afgelopen winterstop om per direct te stoppen met zijn imposante voetballoopbaan.

Het komt niet vaak voor dat een vader ruim 18 jaar lang elke voetbalwedstrijd van zijn zoon bezoekt. Vandaag zijn we te gast bij twee mensen die dit gepresteerd hebben, vader en zoon Gulpers. En tijdens het gesprek komt naar voren dat deze twee mannen, zoon Cyril als voetballer en vader Math als trouwe supporter, daarnaast een enorme hechte band hebben en wederzijds respect.

Wie zijn Math en Cyril Gulpers?

Vader Math (1950) is geboren en getogen in Schaesberg, het huidige Landgraaf, en mag met recht een echte ‘Sjeeter jong’ genoemd worden. Hij is nog steeds woonachtig in Landgraaf. Samen met zijn, helaas veel te vroeg overleden echtgenote, kreeg hij twee kinderen, een dochter en een zoon. En trots vertelt hij nu dat zijn dochter in verwachting is van een kleinzoon, en dat hij binnenkort dus opa wordt.
In zijn werkzaam leven was hij actief in het onderwijs, als directeur van het Brandenberg College en na de fusie met het Eijckhagencollege, het huidige Charlemagne college, als directielid.
Zoon Cyril is geboren op 23 december 1982 in Kerkrade, opgegroeid in Landgraaf, vrijgezel en woonachtig in Heerlen. Hij studeerde ‘energietechniek’ aan de Zuyd Hogeschool in Heerlen. Momenteel werkt hij bij FUDURA, een onderdeel van Enexis, als ‘manager asset services’ is hij verantwoordelijk voor alle klanten in Brabant en Limburg met een hoog- of middenspanningsaansluiting.

Als we beginnen te praten over het voetballen haalt vader Math een indrukwekkende serie plakboeken op tafel waarin hij alles heeft bewaard over de voetbalcarrière van zoon Cyril. Maar wat nog meer indruk maakt is het door Math opgestelde overzicht, vanaf het moment dat Cyril begon met voetballen tot aan zijn besluit om te stoppen:

  • 24 maart 1990
    De eerste wedstrijd bij RKONS op het F1, Cyril was toen 7 jaar en 3 maanden.
  • Augustus/september 1999
    Cyril was toen net 16 jaar en speelde bij de A-jeugd. Door omstandigheden werd het gehele A-team doorgeschoven naar het tweede team, met uitzondering van 3 spelers die direct door mochten naar het eerste dat in de tweede klasse speelde, een van die drie spelers was Cyril. De trainer was Mick Vliegen en op 8 september was zijn debuut op het eerste, hij mocht invallen voor Patrick Dijkstra, een van de vele coryfeeën die toen bij RKONS speelden.
    In 2000 was het kampioenschap in de tweede klasse, en promoveerde Cyril als speler van het eerste van RKONS naar de eerste klasse. Hij had inmiddels ook al gescoord, en dat als jongste van het team.
  • 2000/2001
    Start in de eerste klasse met John Meuser als trainer, en in maart 2001 scoorde Cyril zijn eerste competitiedoelpunt tijdens de wedstrijd RKONS tegen Mheerder Boys. In april had Cyril zijn basisplaats en bereikte het team de derde plaats en mocht promotiewedstrijden spelen. Maar aan het einde promoveerde Vinkenslag doordat zij de penalty’s beter namen.
  • 2001/2002: RKONS met trainer John Meuser,geëindigd op de 8e plaats.
  • 2002/2003: RKONS met trainer John Meuser, geëindigd op de 4e plaats.
    In dat jaar werd de fusie tussen RKONS en VV Kolonia een feit, en speelde Cyril voortaan bij de nieuwe vereniging VV Schaesberg.
  • 2003/2004: onder leiding van trainer John Meuser, zij werden tweede op 1 punt achterstand van EVV.
  • 2004/2005: onder leiding van John Meuser, geëindigd op de 9e plaats.
  • 2005/2006: onder leiding van Bert Starmans, opnieuw als 9e geëindigd.
  • 2006/2007: de trainer was toen Ed Hendriks, het team werd dat seizoen vijfde.
  • 2007/2008: Cyril ging voetballen in Duitsland bij Richterich.
  • 2008/2009: Teruggekeerd naar Nederland, gaan spelen bij UOW 3e klasse en gedegradeerd.
  • 2009/2010: Bij UOW, de trainer was toen Guus Vrancken, 3e plaats maar de promotie gemist.
  • 2010/2011: Minor, 2e klasse onder leiding van Pierre Winkelmolen, 9e plaats.
  • 2011/2012: Minor, ook Pierre Winkelmolen, 8e plaats en Cyril werd speler van het jaar.
  • 2012/2013: Pedro Ricksen werd de trainer van Minor, dat seizoen werden zij 2e.
  • 2013/2014: Onder leiding van Pedro Ricksen werden zij kampioen, én promotie naar de 1e klasse.
  • 2014/2015: Gerard Douven was de opvolger van Pedro Ricksen, wij eindigden als negende in 1e klasse.
  • 2015/2016: LHC, met als trainer Sid Plum.
  • 2016/2017: Naar de tweede klasse bij FC Hoensbroek, trainer Roger André.

Samengevat een imponerende carrière:

  • 8 seizoenen gespeeld in de 1e klasse.
  • 6 seizoenen gespeeld in de 2e klasse.
  • 1 seizoen gespeeld in de 3e klasse.
  • 1 seizoen gespeeld in de 4e klasse
  • 1 seizoen gespeeld in Duitsland.

Klopt, zegt Cyril, en in al die jaren stond mijn vader elke wedstrijd langs de lijn. Dat is toch prachtig! En weet je, het eerste wat ik bij iedere wedstrijd deed als we het veld opkwamen was oogcontact zoeken met mijn vader!

En nu?

Cyril: “Ik heb in de winterstop de moeilijke beslissing genomen om te stoppen met voetballen. Naast mijn drukke werkzaamheden bij Fudura werden mijn lichamelijke klachten ook steeds erger. Ik was al jaren in behandeling bij de osteopaat Hub Westhovens uit Gulpen, die de persoonlijke begeleider is van onder andere Arjan Robben en waar veel voetballer terecht konden/kunnen. Maar het werd steeds zwaarder voor mij. De vele blessures en de drukke werkzaamheden. Ik nam een periode van bezinning waarin ik wel nog af en toe ben gaan trainen. Op een gegeven moment ben ik tijdens de afgelopen winterstop naar mijn vader gegaan en heb na een lang gesprek met hem de beslissing genomen om per direct te stoppen als actief voetballer, om me te gaan focussen op mijn maatschappelijke carrière.”

Vader Math: “Dat hele proces om tot die beslissing te komen heeft ruim een half jaar geduurd. Het heeft Cyril veel moeite gekost, en de uiteindelijke beslissing om definitief te stoppen deed veel pijn!”

En dan nu niet meer samen op een voetbalveld?

En toen werd het even stil.
“Ja, dat was wel wennen” doorbreekt Math de stilte. “Voor mij was het ontspanning om met mijn zoon mee te gaan. Ik weet nog goed toen Cyril bij de jeugd van RKONS speelde. Ook toen ging ik dus al mee en stond net als vele vaders langs de lijn aanwijzigingen te geven. De jeugdspelertjes hadden toentertijd vele trainers… Tot het moment dat Cyril mij verzocht om het coachen aan de trainer over te laten. Dat heb ik vanaf dat moment ook direct gedaan, en als er nog eens over de wedstrijden werd nagepraat dan was dat altijd ná de wedstrijd onder vier ogen. En dat is altijd zo gebleven, tot en met de laatste wedstrijd. Ook herinner ik me nog goed de opmerking van een vader langs de lijn bij een jeugdwedstrijd die het een lijdensweg vond om wedstrijdjes van zijn zoon te volgen. Die voorzag zijn zoontje gedurende de hele wedstrijd van allerlei adviezen, tot op een gegeven moment een actie van zijn zoontje niet lukte en de vader vertwijfeld zei: “Je hebt jongens die voetballer kunnen/moeten worden, en anderen die beter misdienaar als hobby kunnen nemen.” Een opmerking die ik nooit meer zal vergeten.”
En Cyril? “Nee, niet meer samen op het voetbalveld. Maar we hebben een goed alternatief gevonden, op maandagavond staan we samen op het tennisveld effe lekker te sparren met elkaar.”

Dan een vraag aan Math, heeft u zelf eigenlijk ook gevoetbald?

“Ja, bij RKONS. Maar als speler ben ik niet hoger gekomen dan het tweede team. En op mijn 38ste ben ik gestopt en pas weer naar het voetbalveld gegaan toen Cyril begon met voetballen.”

Ciryl, aan welke verenigingen heb je goede herinneringen?

“Aan de meeste wel. Ik ben nooit met tegenzin naar een vereniging gegaan en heb bij elke vereniging ook nog wel leuke contacten overgehouden. Maar als ik twee verenigingen mag noemen die eruit springen dan zijn dat toch wel RKONS, waar ik begonnen ben en heb mogen debuteren op het eerste, en RKSV Minor. Die laatste vereniging was en is nog steeds als een tweede thuis voor mij. Ik krijg nog steeds kippenvel van het moment dat ik daar afscheid nam, het dankwoord van een speler van het derde team die mij dankte voor het plezier dat ik hen gebracht had. Mooi moment, zal ik ook nooit vergeten!”

En de trainers, hoe kijk je daar op terug?

“Ach weet je, ik heb veel trainers meegemaakt, en met de ene trainer heb je meer dan met de andere. Ik vind het niet gepast om namen te noemen en daaraan gekoppeld mijn beoordeling. Maar duidelijk is wel dat Mick Vliegen de trainer was die mij liet debuteren bij de senioren. Dat vergeet ik niet. En de trainers waarmee je kampioen geworden bent, zoals Pedro Ricksen, een unieke trainer met een geheel eigen stijl, maar ook een man met humor die de spelers altijd wel op de juiste wijze wist te motiveren. En Guus Vrancken, daar had ik een klik mee en hij is ook degene die mij omgevormd heeft van linkerflank-speler tot laatste man. En dan toch ook nog even het verhaal over de trainer in Richterich, de wedstrijdbespreking van deze man. Wij kwamen bij elkaar in het ‘vereinslokaal’, en de trainer begon op een rustige toon met de bespreking. Tot het moment dat de tegenstander ter sprake kwam, dan zwol zijn stem aan en slaakte hij steevast de kreet: “De tegenstander denk dat zij de punten mee naar huis gaan nemen, maar dat gaat niet gebeuren, de punten blijven hier.” Maar zijn stemgeluid was toen al aangezwollen tot het niveau van een feldwebel die een heel peloton aan het toeschreeuwen was. En dat in onze kleine ruimte. Was een aparte belevenis…”

Hoe zou jij jezelf omschrijven als speler?

“Ik was een doorzetter, ik ga door totdat ik niet meer kan. En dat was niet altijd goed. Daardoor kwam ik mij in het laatste seizoen ook tegen, ik denk dat ik te lang ben door gegaan.
Maar ik denk dat ik ook gezien werd als gangmaker, sfeermaker, initiatiefnemer, ik had leiderschap maar was vooral een groepsmens. Als oudere speler kwam ik altijd op voor de jongeren, en als ik zag dat zij met spanning voor de wedstrijd in het kleedlokaal zaten, probeerde ik altijd om voor een stukje ontspanning te zorgen.”

Wat heb je overgehouden aan je tijd als voetballer?

“Heel veel, ik heb lang mijn hobby kunnen uitoefenen bij mooie verenigingen, heel veel mensen leren kennen en ervaringen opgedaan. Leren om te gaan met tegenslagen, en genoten van de successen. De wisselingen van verenigingen hebben me sportief en maatschappelijk geholpen. De omgang met mensen, ook op sociaal vlak. Samenvattend heeft mijn voetballoopbaan mij gevormd als mens tot de persoon die ik nu ben, en kan ik mijn ervaringen uit de voetbalwereld gebruiken in mijn maatschappelijke carrière.”

Dan de vragen van ….

1. Karakter?

Math: Hard op inhoud, en zacht op relatie.
Cyril: Ik herken mij ook hierin, maar ook spontaan, vrolijk, vol humor en een gevoelsmens.

2. Levensmotto?

Math: Je leeft vandaag, geniet dan ook vandaag en stel niets uit wat je vandaag kunt doen.
Cyril: Een dag niet gelachen is een dag niet geleefd.

3. Bewondering voor?

Math: Ik adoreer niemand maar ben trots op mijn kinderen en heb genoten van mijn zoon als voetballer.
Cyril: Mijn vader!

4. Spijt van?

Math: Ik ben niet iemand die spijt heeft, ik heb over mijn beslissingen goed nagedacht.
Cyril: Nergens van, de dingen lopen zoals ze lopen.

5. Angst voor?

Math: De huidige tijd, hoe de wereld eruit ziet, zeer zorgelijk. Ik maak mij zorgen over de toekomst van de kinderen.
Cyril: Ik zou het echt niet weten.

6. Hobby’s?

Math: Sporten, fitness, wandelen, fietsen en tennis. En de Kiwanies, hierdoor behoud je de kijk op de maatschappij.
Cyril: Sport, en op stap gaan.

7. Ambities?

Math: Ik heb geen ambitie meer om iets te presteren, wel hoop ik nog lang en gezond te leven en ik verheug mij op de geboorte van mijn eerste kleinkind (kleinzoon).
Cyril: Om gelukkig te zijn, en daar zit de rest omheen.

8. Carnaval of wintersport?

Math: Geen van beiden, ik ga lekker naar Tenerife.
Cyril: Carnaval.

9. Slechte eigenschap?

Math: Vroeger had ik heel snel een mening die zwart-wit was, maar door de jaren heen is deze veranderd van zwart-wit naar grijs. En ik ben ongeduldig.

Cyril (lachend): Dat ik bescheiden ben gebleven, maar serieus: ik ben ook ongeduldig.

10. Schouwburg, boek of film?

Math: Schouwburg, onze laatste voorstelling was ‘Musicals in concert’ en volgende week gaan we naar een optreden van Dana Winner.
Cyril: Schouwburg en film, maar absoluut geen boek.

11. Etentje of avondje stappen?

Math: Etentje.
Cyril: Met stip avondje stappen.

12. Bier, water of wijntje?

Math: Wijntje.
Cyril: Bier.

13. Wie zijn jullie voorbeelden?

Math: Nelson Mandela, en mijn opa en vader. Toen mijn opa overleed had ik het gevoel dat mijn vader was gestorven en toen mijn vader stierf had ik het gevoel dat mijn vriend was heen gegaan.
Cyril: Mijn vader, moeder en zusje.

14. Krijg inspiratie van?

Math: de Kiwanies, in deze fase van mijn leven elkaar stimuleren en motiveren.
Cyril: van zijn humor, als ik in de spiegel kijk. Waarvan akte.

15. Wat zou je nog weleens willen doen?

Math: Ik heb niet iets wat ik nog eens zou willen doen, als mijn leven zo mag doorgaan dan vind ik het prima.
Cyril: Net zoals mijn moeder genieten van de kleine dingen in het leven!

16. Ultieme doelstelling?

Math: Ik heb geen ultieme doelstellingen meer.
Cyril: Happy blijven.

17. Tot slot waar zien wij jullie over 10 jaar?

Math: Hopelijk bij mijn kleinzoon als hij aan het sporten is, dat zou heel leuk zijn.
Cyril: Geen idee, ik leef gewoon in het hier en nu.

Bij de nazit van het interview gaat het gesprek nog even verder en geeft Cyril aan dat hij enorm en oprecht dankbaar is voor wat zijn voetbalperiode hem heeft gegeven en voor de mensen die hij tegen is gekomen.
Math geeft aan in de nieuwe situatie met zijn vriendin Annie toch nog wel wedstrijden te bezoeken, maar die zoekt hij uit. En u raadt vast wel wie wij de dag erna tegenkomen bij de wedstrijd VV Schaesberg – RKSV Minor. Ja, Math Gulpers staat samen met zijn vriendin Annie langs de lijn!
Het was een gesprek met twee mensen die elkaar waarderen en respecteren. Hun onderlinge hechte band gaat verder dan hun gezamelijk liefde voor voetbal, naast vader en zoon zijn het ook beste vrienden!

Tekst en interview: Hein Smith