Vannacht gaat, zoals gebruikelijk op de laatste zondag van oktober, de wintertijd weer in.
In de nacht van zaterdag 24 oktober op zondag 25 oktober moeten we de wijzers of cijfers van onze uurwerken eenmalig weer terugzetten op 02.00 uur.
De nacht duurt dus in feite 60 minuten langer, een extra tijd die besteed kan worden aan slapen of werken in de nachtdiensten.
Zomer- / winter- / standaardtijd
De wintertijd is eigenlijk de standaardtijd. Die periode duurt maar 5 maanden, van de laatste zondag van oktober tot aan de laatste zondag van maart.
Door in de zomerperiode langer gebruik te maken van het zonlicht wordt energie bespaard. Dat was de achterliggende gedachte althans bij de (her)invoering van de zomertijd in 1977, een paar jaar na de oliecrisis.
Europees Parlement
Al in maart 2019 stemden de leden van het Europees Parlement om vanaf 2021 te stoppen met dit twee maal per jaar verzetten van de klok.
EU-lidstaten moeten volgend jaar besluiten of ze de zomertijd als standaardtijd willen — dan verzetten zij op de laatste zondag van maart 2021 voor het laatst de klok — of dat de wintertijd als standaardtijd gaat gelden. In dat geval wordt de klok voor het laatst op de laatste zondag van oktober 2021 een uurtje achteruit gedraaid.
De EU-lidstaten moeten hun keuze voor de zomer- of wintertijd wel met de Europese Commissie afstemmen om ervoor te zorgen dat de interne markt niet wordt verstoord als landen voor verschillende tijden kiezen.
Zomertijd 2021
De zomertijd gaat dus volgend jaar hoe dan ook gewoon weer in. Zoals altijd op de laatste zondag van maart. Dat gebeurt over 155 dagen in de nacht van zaterdag 27 maart op zondag 28 maart 2021.