Blauw Sjuut uit Heerlen op koers voor 67e ‘Togh’

Even na enen vanmiddag voer het Gilde Blauwe Sjuut uit voor hun traditionele tocht door de carnavaleske Euregio. Met ‘Ad Narragoniam’ als lijfspreuk, hetgeen zoveel wil zeggen als ‘op naar het narrenland’, begaven de ‘Officiële ambassadeurs va d’r Limburgse vasteloavend’ zich inmiddels voor de 67e keer op hun roemruchte ‘Togh’.

Pittige Togh

Voorafgaand aan het vertrek werd de Blauw Sjuut op het gemeentehuis ontvangen. Burgemeester Krewinkel sprak de bemanning toe en waarschuwde hen dat het dit jaar wel eens een heel pittige ‘Togh’ kon worden. Met name in de buurgemeenten Landgraaf en Kerkrade. Ook eiste de burgervader min of meer dat de bemanning dit jaar in Voerendaal alles op alles moest stellen om Terworm weer terug te veroveren.

Doop

Na het drinken van het traditionele ‘oorlam’ werd het wagenschip, op brute spierkracht van drie nieuwe bemanningsleden, van het Raadhuisplein naar het Pancratiusplein getrokken voor het doopceremonieel van deze drie nieuwelingen: Joris Oberendorff, prins carnaval van de Winkbülle van vorig jaar, die dit jaar als ketelbinkie mee mag varen, en de matrozen Ralf Stevens en Paul Mulleneers. Traditiegetrouw werden de eerstejaars gewassen met een fles Els en gedrappeerd met zure haring, slagroom, ijshoorntjes en confetti. De bemanning staat dit jaar onder leiding van kapitein Marc Baadjou, Sjtadsprins van de Winkbülle in 2015.

Nadat kapelaan Beijk van de St. Pancratiusparochie de bemanning en het schip zijn zegen had gegeven en een behouden vaart had gewenst, vertrok het schip met luide kanonsalvo’s richting Heerlerbaan.
Verzorgingshuis Oranjehof was de eerste aanlegplaats, waarna het narrenschip koers zet naar Simpelveld, het Vrijthof en Gouvernement in Maastricht.

Aanstaande vrijdag, rond de avondklok van half tien, gaat het vasteloavendschip dan weer voor een klein jaartje voor anker in zijn thuishaven Heerlen.