Tijdens een inloopavond gisteren in Heerlen gaven deskundigen van ProRail en het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) tekst en uitleg om de gevoelens van onrust weg te nemen die bij enkele omwonenden waren ontstaan.
Er staan de komende tijd werkzaamheden op het programma aan het spoor tussen Heerlen en de Duitse grens: de verdubbeling van het spoor tussen Heerlen en Landgraaf (gereed in 2020), en de elektrificatie van het tracé tussen Landgraaf en Herzogenrath (gereed in 2018). Overigens heeft alleen dat laatste raakvlakken met het spoorgoederenvervoer, de verdubbeling van het spoor is in gang gezet ten behoeve van het reizigersvervoer.
Daarnaast wordt de komende jaren in verschillende perioden in Duitsland gewerkt aan het realiseren van het ‘Derde spoor’: een nieuwe spoorlijn tussen Zevenaar en Oberhausen als aansluiting op de Nederlandse goederenspoorlijn Betuweroute. Spoorgoederentreinen worden dan omgeleid via andere spoorroutes, waarvan de lijn Sittard – Heerlen – Duitse grens er één is.
Toename spoorgoederenvervoer niet buitensporig
De toename van het goederenvervoer op het tracé Heerlen – Duitse grens zal de komende jaren overigens niet buitensporig zijn, bleek tijdens de inloopavond.
Eenvoudigweg omdat Nederlandse regelgeving op het gebied van veiligheid, geluid en milieu bepaalt hoeveel treinen met gevaarlijke stoffen er over een bepaald tracé mogen rijden, en hiervoor zogenaamde risicoplafonds zijn ingesteld.
Daarnaast zullen die extra treinen in dit geval ook ingepast moeten worden in het Duitse spoornet.
Uitgaande van die twee gegevens verwacht ProRail dat er tussen Heerlen en Herzogenrath waarschijnlijk niet meer dan 4 goederentreinen per etmaal zullen gaan rijden. In 2015 waren er dat overigens ongeveer 150 treinen per jaar. Die vervoerden daarbij samen 132 ketelwagens met gevaarlijke stoffen, waarvan het overgrote deel (120 ketelwagens) LPG, en slechts 7 wagens met de giftige vloeistof acrylnitril. In 2016 valt het aantal ketelwagens op dit tracé met naar verwachting rond de 650-700 ketelwagens al een aanzienlijk stuk hoger uit.
Risico: 1 slachtoffer per 100 miljoen jaar
Het risico dat een en ander met zich meebrengt kan eigenlijk alleen op basis van kansberekening worden duidelijk gemaakt. De laatste honderd jaar vielen er in heel Nederland géén slachtoffers als gevolg van incidenten met spoorgoederenvervoer van gevaarlijke stoffen. En de kans dat dit gebeurt is uitermate klein: deskundigen berekenden de kans dat iemand die in Heerlen in de buurt van het spoor woont theoretisch 1x per 100.000.000 jaar slachtoffer zou kunnen worden van een incident met gevaarlijke stoffen vervoerd over het spoor.
Ter vergelijking, in diezelfde periode zullen 1.000.000 inwoners van Heerlen dodelijk getroffen worden door de bliksem. En worden 255 miljoen inwoners slachtoffer in het verkeer.
Uiteraard is dit alles kansberekening. Die ene keer in de komende 100 miljoen jaar zou met een beetje pech net zo goed morgen kunnen zijn.